Veiligheid boven alles. Wetten en regelgeving rondom veiligheid bij brand en noodgevallen zijn soms aanleiding tot droge kost. Ondanks dat we bij DESTIL Prolians niet vies zijn van een woordgrapje, nemen we maatregelen bij veiligheid zeer serieus. Heb jij als huiseigenaar, pandeigenaar, aannemer moeite met deze verplichtingen? Benader dan een expert en laat je goed adviseren!

Wet en regelgeving bij brand vlucht en inbraak

Wanneer het onderwerp van brand, vlucht, inbraak, toegankelijkheid, akoestiek en duurzaamheid wordt aangesneden blijken hier vaak grijze gebieden in te zitten. De wet- en regelgeving hieromheen is niet voor iedereen even duidelijk. Samen met ASSA ABLOY hebben wij een overzicht gemaakt met de belangrijkste punten. ASSA ABLOY is één van de voorlopers op het gebied van toegang en heeft een compleet team dat zich specialiseert in dit onderwerp. Hierbij is het belangrijk om te allen tijde een deskundige hierbij te betrekken om gecertificeerde plannen op te kunnen stellen.

Dit artikel is up to date inclusief de wijziging in het bouwbesluit per 1 juli 2021.

Rookwerendheid in het nieuwe besluit

In artikel 2.64 A en B voor nieuwbouw en 2.95 voor bestaande bouw is te lezen hoe de nieuwe eisen voor brandcompartimentering is opgesteld. De vormgeving aan vluchtroutes zijn te vinden in artikelen 2.107 en 2.107A. In deze artikelen ziet men terug dat de nieuwe methode, zo vastgesteld in de NEN 5075 wat de eisen zijn rondom rookwerendheid. Dit geldt zowel voor koude als warme rook, respectievelijk Ra en R200. Voorzieningen zoals opschuimende strips en tempertuurpallen zullen enkel onder hoge temperaturen hun werk verrichten en zijn niet actief bij koude rook. Hiervoor zullen onder andere deurelementen op een manier opgesteld moeten worden die aansluit bij de regelgeving. Divers hang- en sluitwerk, zoals zelfsluitende deuren, stabiele sluitpunten en afsluitbare valdorpels, gefabriceerd door ASSA ABLOY bieden aantoonbare kwaliteiten voor toepassing in rook- en brandwerende deurelementen.

Eisen en regelgeving rondom woningtoegangsdeuren

Niet alleen de sluiting, maar ook de toegang in geval van noodsituaties moet geregeld en gecontroleerd kunnen worden. Zo wordt het per 1 juli 2021 verplicht voor zelfsluitende woningtoegangsdeuren (art. 6.26) dat zij enkel automatisch sluiten in geval van brand. Doorgaans verwijst dit vooral naar appartementencomplexen waarbij de woningtoegangsdeuren die uitkomen op een besloten gang of hal. In deze situatie dient de deur voorzien te zijn van een elektromagnetische vrijloopdranger met een fail safe principe. De dranger functie wordt enkel geactiveerd in geval van brand. In normale gevallen kan de deur dus vrij geopend en gesloten worden, zonder enig effect van de gemonteerde dranger. Bij spanningsuitval handelt de dranger als zelfsluitend waardoor eventuele brand- en rookwerende eigenschappen worden vervult door de deur in de sponning te drukken.

In geval van een complex zonder brandmeldcentrale dient de dranger aangestuurd te worden door een rookmelder. Dat kan de verplichte rookmelder zijn in de woning, de gemeenschappelijke verkeersruimte of een brandmelder welke in de deurdranger is ingebouwd.

Eisen voor verplichte rookmelders in nieuwbouw woningbouw

Voor meer informatie omtrent de eisen voor rookmelders, diens projecteren, productspecificaties, stroomvoorziening en installatie zijn de NEN 14604 en NEN 1010 te raadplegen. In het bouwbesluit artikel 6.21 kan in de NEN 2555 gevonden worden hoe deze wettelijke regelementen zijn opgesteld.

Aansturing vrijloopdranger in de gemeenschappelijke verkeersruimte

Voor gemeenschappelijke ruimtes is voornamelijk de aansluiting en plaatsing van de rookmelders opgenomen in de normering. Dit betreft voornamelijk de ruimte waarop meerdere woningtoegangsdeuren op uitkomen. Artikel 8.2 van de NEN 2555 omvat "komende vanuit een verblijfsruimte, moet elke ruimte waardoor de vluchtroute voert, van tenminste één rookmelder worden voorzien". Bijlage C van de NEN 2535 omvat verder nog "Bij het schakelen van deurvastzetinrichtingen moet zich aan beide zijden van de desbetreffende deur(en) aan het plafond een rookmelder bevinden." Deze laatste norm is niet gericht op ruimtes met een woonfunctie, maar geeft een leidraad in gebieden waar deze bepaling niet duidelijk is. De rookmelders die zich in de verkeersruimte bevindt zal daarom aangesloten op een andere stroomvoorziening dan die van de woning.

In de glijarm geïntegreerde rookmelding

Voor vrijloopdrangers met een in de glijarm geïntegreerde rookmelder geldt dat de geïntegreerde rookmelder als extra beschouwd zal worden. De NEN 2555 en de NEN 2535 stellen vast dat de projectie van de rookmelder minimaal 0,5 meter van de wand is en bij voorkeur aan het plafond. Dit staat los van het feit of de rookmelder voldoet aan de NEN 14604.

Openingsweerstand van deurdranger

Ondanks de dranger-functie die in werking treedt bij brand mag de benodigde hoeveelheid kracht om de deur te openen om te vluchten niet hoger zijn dan wat minder validen en kinderen in staat stelt om de deur te bedienen. De "Cam Motion" drangers van ASSA ABLOY zijn hierin een geschikte keus. De maximale openingsweerstand, zoals opgegeven in de Europese CEN TR 15894 worden door de zeer licht lopende drangers van ASSA ABLOY ruimschoots behaald.

Onderhoud en inspectie

Om optimale veiligheid te kunnen waarborgen is onderhoud en inspectie cruciaal. De zorgplicht, zoals beschreven in artikel 2.6 waarborgt de werking van rookmelders en vrijloopdrangers. Dit wordt op gemeentelijk niveau nageleefd en gehandhaafd. Een verklaring van het VNG zal hierbij verwacht worden.

Draadloze schakeling

Ook draadloze besturen is een optie, zoals toegelaten in de NEN 2555, bij draadloze schakeling van randapparatuur. Hierbij blijft de vaste voedingsbron een primaire voedingsbron met eigen eindgroep, met een secundaire voedingsbron om de rookmelder minimaal 12 uur in bedrijf te houden met minimaal 4 minuten alarmtijd.

 

Voor meer informatie kun je één van onze specialisten van de afdeling Veiligheid benaderen op nummer: